Alle hens aan dek voor de CTR!

De Europese Clinical Trials Regulation (CTR) biedt kansen voor Nederland en Europa, maar de invoering betekent ook een forse uitdaging voor alle betrokken partijen. Het bureau van de CCMO is flink uitgebreid om de extra taken die de CTR met zich meebrengt te kunnen vervullen sinds vanaf 31 januari 2023 alle nieuwe studies met geneesmiddelen volgens de CTR beoordeeld moeten worden. Het Europese informatiesysteem CTIS is van cruciaal belang voor de uitvoering van de CTR.

De CTR regelt een gestroomlijnde procedure voor alle geneesmiddelenstudies binnen de Europese Unie, om geneesmiddelenonderzoek in Europa aantrekkelijker te maken, met name voor farmaceutische bedrijven. Overal in Europa gelden dan dezelfde regels, autoriteiten in verschillende landen leren van elkaar en het organiseren van studies in verschillende Europese landen tegelijkertijd wordt gemakkelijker te organiseren. De CTR, die in 2014 is vastgesteld, werd van kracht zodra het ondersteunende Clinical Trial Information System (CTIS) aan bepaalde minimale vereisten voldeed. Op 31 januari 2022 ging een overgangsperiode in. Aanvragers van een nieuwe studie konden tot 31 januari 2023 nog kiezen of zij via de nieuwe CTR-route hun aanvraag wilden indienen, of langs de tot dan toe gebruikelijke weg. Reeds lopende studies mogen tot 31 januari 2025 onder het oude regime vallen, daarna moeten alle geneesmiddelstudies via de CTR beoordeeld en gemonitord worden.

Landelijk Bureau
Medewerkers van het Landelijk Bureau

Taken CCMO

'Het liep niet bepaald storm na 31 januari 2022', vertelt Paula Vossebeld, wetenschappelijk stafmedewerker en Europees vertegenwoordiger bij de CCMO. 'Wij checkten het systeem elke dag, maar het duurde een hele maand voordat de eerste aanmelding binnenkwam. Aan de ene kant gaf ons dat de ruimte om onze procedures goed in te richten, aan de andere kant is zo weinig ervaring opgedaan met het nieuwe systeem dat volgend jaar voor alle nieuwe studies met geneesmiddelen verplicht is.' Aan het eind van het jaar bleek dat minder dan 10% van alle geneesmiddelenstudies via de nieuwe procedure was aangevraagd.

'Er is een grens aan wat wij kunnen oplossen'

Met de CTR veranderen de taken van het CCMO-bureau ingrijpend. Onder het CTR-regime moet elke geneesmiddelstudie die in Nederland wordt uitgevoerd, centraal worden aangemeld via CTIS. 'Die aanvragen komen bij ons binnen', zegt wetenschappelijk stafmedewerker Solange Levison. 'Wij moeten zorgen dat de METC die de beoordeling doet, beschikt over het volledige dossier.' Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat door de onoverzichtelijkheid van CTIS vaak essentiële documenten ontbreken. Wetenschappelijk stafmedewerker Jan Willem Kleinovink: 'We hebben in het eerste jaar nog nooit meegemaakt dat een dossier direct volledig werd aangeleverd.' 'Nee, dat is niet waar – er was er één', zegt Levison.

Complexiteit

'De rol van het CCMO-bureau verschilt per studie', zegt wetenschappelijk stafmedewerker Kaate Vanmolkot: 'Het maakt bijvoorbeeld uit of de studie nationaal of internationaal is. Bij een internationale studie is onze rol weer anders als Nederland rapporteur is, dan ondersteunt het CCMO-bureau de METC’s. Die verschillende rollen maken het complex, ook in onze werkprocessen.' Een belangrijk verschil met de oude situatie is dat het beoordelingsrapport van de METC ook openbaar is, inclusief de correspondentie tussen METC en aanvragers.

Ons team is uitgebreid, onze procedures zijn op orde, dus wij zijn er klaar voor'

Voor internationale studies waar Nederland rapporteur is, is het de taak van het CCMO-bureau om deze informatie in het systeem te zetten. Daarbij gelden echter uitzonderingen, met name waar het bedrijfsgevoelige informatie betreft. Levison: 'Het is voor ons niet makkelijk om in te schatten wat de sponsor als bedrijfsgevoelige informatie beschouwt. Ook dat kost tijd en inspanning'.

Strakke tijdslijnen

Binnen de CCMO en in de rest van Europa zijn er wel veel zorgen over het functioneren van CTIS, zeker als alle aanvragen via dit systeem ingediend moeten worden. De gebruikersvriendelijkheid en de stabiliteit van het systeem laten op dit moment zeker nog ruimte voor sterke verbetering zien. Optimalisatie van het functioneren van de helpdesk bij de EMA moet ook plaatsvinden, er blijven te veel zaken te lang liggen, Kleinovink: 'Wij willen de problemen niet afwentelen op de aanvragers, maar er is een grens aan wat wij kunnen oplossen.' Met name voor academische onderzoekers, die minder vaak aanvragen indienen dan farmaceutische bedrijven en dus minder ervaring opdoen met CTIS, dreigt het gevaar dat aanvragen nodeloos worden afgewezen. Vossebeld: 'De CTR kent heel strakke tijdslijnen en er is nauwelijks tijd voor een tweede vragenronde. Daardoor bestaat er een risico dat de aanvraag moet worden afgewezen op basis van issues of ontbrekende informatie die eenvoudig in een tweede vragenronde hadden kunnen worden opgelost. Ook vanwege storingen in CTIS, zal het regelmatig voorkomen dat een aanvraag opnieuw moet worden ingediend.' De problemen met de automatisering zijn niet specifiek Nederlands, dus er wordt op Europees niveau hard gezocht naar oplossingen. 'Binnen de grenzen van wat er mogelijk is, zijn wij er goed op voorbereid', zegt Vanmolkot. Vossebeld vult aan: 'Er is in 2022 heel veel werk verzet. We hebben nu een elektronische omgeving, het National Collaboration Platform, waarin wij samenwerken met de METC's. We hebben ons team flink uitgebreid, onze procedures zijn op orde, dus wij zijn er, voor zover mogelijk, klaar voor'.