Bij het opstellen van de huidige tekst van de model-PIF is onderscheid gemaakt tussen enerzijds de beslissing van de proefpersoon om te stoppen met deelname aan de studie, en anderzijds het intrekken van de toestemming voor de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens.
Enerzijds is bij het opstellen van de huidige tekst kennis genomen van de opinie van WP29 dat als toestemming de grondslag is voor de verwerking van persoonsgegevens (hetgeen bij WMO-plichtig onderzoek nu geacht wordt de juiste grondslag te zijn), op grond van artikel 17, eerste lid onder b, AVG (en er geen andere rechtsgrond is voor de verwerking), de gegevens moeten worden gewist als de betrokkene daar om vraagt.
Anderzijds is in artikel 17, derde lid onder d, AVG aangegeven dat het eerste en tweede lid niet van toepassing zijn ‘voor zover de verwerking nodig is met het oog op (…) wetenschappelijk onderzoek (…) overeenkomstig artikel 89, eerste lid AVG’. Er is voor gekozen om vooralsnog uit te gaan van de toepasselijkheid van het bepaalde in artikel 17, derde lid onder d, AVG terwijl tegelijkertijd de Europese Commissie heeft verzocht om verheldering hiervan. De Europese Commissie heeft aangegeven dat er vraagtekens zijn te zetten bij het uitsluitend focussen op toestemming als grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens bij wetenschappelijk onderzoek, terwijl er ook andere grondslagen denkbaar zijn (wettelijke verplichting van de verwerkingsverantwoordelijke, gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke) waardoor ook de scherpe kant van het
bepaalde in artikel 17, eerste lid onder b, AVG zou worden vermeden. Dit is nog niet geheel uitgekristalliseerd en tot zolang achten wij de huidige tekst ‘de best mogelijke’.