Afscheid Cees de Heer: Op de grens van beleid en wetenschap
Toen Cees de Heer in 2014 benaderd werd voor de functie van algemeen secretaris/directeur bij de CCMO moest hij opzoeken waar deze Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek precies voor stond. Inmiddels weet hij als geen ander hoe belangrijk medisch-ethische toetsing is voor het klinisch onderzoek in Nederland en hoe essentieel de rol van de CCMO daarbij is. Per 1 januari 2021 is hij benoemd als Divisiehoofd Laboratoria bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waar hij leiding gaat geven aan 150 mensen. Hoe kijkt hij terug op ruim zes jaar CCMO?
‘Ik vind het erg leuk om met professionals te werken op de grens van beleid en wetenschap. Dat heb ik in al mijn banen gedaan. In mijn vorige baan bij het RIVM en bij de CCMO; en dat ga ik ook bij de NVWA weer doen. Het is boeiend om mijn rugzak met ervaring steeds weer in een nieuwe setting te kunnen toepassen. Wat hier bij de CCMO gebeurt doet ertoe. En dat is natuurlijk wat enorm motiveert, werken in het front van de wetenschap.’
Clinical Trial Regulation (CTR)
De Heer kwam in een organisatie terecht met betrokken en gemotiveerde mensen. Een concrete uitdaging was er ook: ‘Toen ik kwam in 2014 was net de Clinical Trial Regulation (CTR) door het Europese parlement aangenomen en die zou in oktober 2018 van toepassing moeten worden. Dus mijn idee was: we gaan die Europese wetgeving implementeren en in 2018 is die klus geklaard.’ Maar de CTR bleek vertraging na vertraging op te lopen. Ook dit jaar is de wetgeving nog niet geïmplementeerd.
De Heer denkt dat de CTR zijn grootste uitdaging was. Ook omdat de uitwerking betekende dat de CCMO zich op een hele andere manier tot het veld zou gaan verhouden. ‘Dat heeft dus ook een veel intensiever contact met de METC’s gevergd, en ik denk dat we nu een model hebben dat in de Nederlandse situatie goed kan werken. Maar er moet natuurlijk nog veel meer gebeuren. Het is lastig, met al die vertraging, om de mensen bij de les te houden, ze de urgentie te laten voelen, omdat er toch altijd weer andere dingen tussendoor komen.’
Successen
Wat beschouwt De Heer als het grootste succes tijdens zijn tijd als algemeen secretaris? Hij vindt het heel prettig dat de CCMO zich op een heel andere manier tot zowel de METC’s als VWS is gaan verhouden. Naar de METC’s toe is de CCMO niet meer die autoriteit in de ivoren toren in Den Haag. En richting VWS? ‘Ik denk dat de interactie en de samenwerking met VWS zijn verbeterd, dat is in ieder geval wat ik terug hoor.’ Ook is hij blij te zien dat diverse mensen bij de CCMO hun kansen hebben gepakt en een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt: ‘Daar kan ik van genieten, daar ben ik enorm trots op. Ik ben geen boom die iedereen in de schaduw wil zetten.’ Ook de interactie met de commissieleden heeft De Heer een verrijking gevonden. ‘Het zijn gezaghebbende mensen in hun eigen veld, die zich dan voor de CCMO in willen spannen. Dat is bijzonder, en maakt het werk erg interessant.’
Verwachtingen
De Heer vindt het jammer dat er dingen nog niet zijn gerealiseerd, niet alleen de implementatie van de CTR maar ook het eigen ICT-project van de CCMO, Romero. ‘Dat knaagt een beetje. De reis is fijn, maar het is ook mooi om een bestemming te bereiken. Toch denk ik dat we als organisatie een behoorlijke ontwikkeling hebben doorgemaakt. Toen ik kwam waren er 17 arbeidsplaatsen bij de CCMO, we zitten nu bijna op 30. Een dergelijke groei doet iets met mensen en ook met hun werkplezier. Dus je hoopt natuurlijk dat je een veilige sfeer kunt creëren om daarin te groeien als team. Als je naar de MTO’s kijkt, dat zijn natuurlijk belangrijke graadmeters, zijn er veel dingen goed gegaan. Maar het terugdringen van werkdruk is iets dat niet goed is gelukt.’
‘Elke dag op zoveel borden schaken, dat maakt het werk erg boeiend’
Spel
De Heer vond het spel tussen de algemeen secretaris en de voorzitter van de commissie uitdagend. ‘Het is een spel waarin ieder acteert vanuit zijn eigen rol. Als algemeen secretaris moet je op de zak met geld letten, op wat er wel kan en wat niet, en op de medewerkers van het bureau; de voorzitter heeft terechte wetenschappelijke ambities die hij wil verwezenlijken.
Het team van het Bureau CCMO is bijzonder. ‘Als je ziet dat we, ondanks de bovengemiddelde hoeveelheid tegenslagen die we als team hebben gehad, toch iedere keer weer opstaan en er voor elkaar zijn, dat is fantastisch. Ik hoop dat ik daar ook aan bijgedragen heb, aan die warme sfeer en een veilige werkomgeving, waarin mensen zichzelf kunnen zijn. Dat is het leuke aan de functie, dat je de ene dag naar buiten toe optreedt, en de andere dag naar de voorzitter, de commissieleden en de medewerkers. Elke dag op zoveel borden schaken, dat maakt het erg boeiend!’
COVID-19
En toen kwam COVID-19 in maart 2020, en moesten alle CCMO’ers thuiswerken. Hoe ingrijpend is de coronacrisis geweest in het uitoefenen van zijn functie? ‘Het is heel dubbel. Als je ineens thuis komt te zitten dan merk je pas hoeveel je je collega’s mist’. Het heeft hem doen beseffen dat werk zoveel meer is dan alleen maar je dingetje doen. ‘Aan de andere kant heeft corona met de bewustwording dat we wel met elkaar in verbinding moesten blijven, voor verdieping van de relaties met de medewerkers gezorgd.’ Als enthousiast triatleet mist hij het sporten erg in coronatijd: ‘Ik ben iemand die veel nadenkt en sporten is voor mij een manier om mijn gedachten te ordenen.’
En dan, totaal onverwacht, overlijden half augustus twee medewerkers in verschillende omstandigheden. ‘Dat had een ongekende impact. Na het overlijden van Marjanka heb ik het al geplande bureauoverleg benut om het iedereen te vertellen. En als je dan één zin hebt gezegd zit je naar al die schermpjes te kijken met alleen maar verbijsterde gezichten. Dat was verschrikkelijk. En toen diezelfde dag Cecile overleden bleek te zijn kon ik het niemand aandoen om weer een videocall te organiseren, dus toen heb ik iedereen persoonlijk gebeld. Je doet dan maar wat je denkt dat goed is en dat is een persoonlijke benadering, ruimte bieden en proberen er te zijn voor elkaar. Het heeft wel bevestigd hoe diep de verbondenheid en betrokkenheid van CCMO’ers bij elkaar is. Dat we er zelfs in de moeilijkste en donkerste dagen toch voor elkaar zijn.’
‘De verbondenheid en betrokkenheid van CCMO’ers bij elkaar is diep’
Toekomst
De grootste uitdaging voor de komende jaren voor de CCMO is volgens De Heer het vinden van de juiste maatvoering bij de beoordeling van de studies. ‘Want alle nieuwe mensen en Romero gaan niet toereikend zijn om al die rapporteurschappen die straks op de CCMO afkomen te kunnen uitvoeren. We hebben korter de tijd, er komen meer studies, ook met een grotere bezetting moet er meer efficiency komen. Het is heel moeilijk om dat met onervaren mensen te doen, het is makkelijker als je meer ervaring hebt. We zijn nu het team aan het uitbreiden, het is een nog jong team, zeker na het wegvallen van Marjanka en Cecile waarmee 24 jaar ervaring uit de organisatie verdween.’
Slotwoord
Tenslotte overpeinst De Heer: ‘Mijn tijd bij de CCMO was een heel leuke dynamische tijd aan het front van de wetenschap. Mijn boodschap voor mijn opvolger? Zorg goed voor de mensen en bied ze de ruimte om zich binnen de mogelijkheden van de CCMO te kunnen ontplooien.’